PRAKTISCH

Jeugdwerk is samen dingen doen. Dit schept een basis waarin je op laagdrempelige wijze kunt verbinden met elkaar en geeft de jongere de gelegenheid om op eigen niveau contact te maken met de andere. PROVE geeft daarbij de voorkeur aan (praktische) activiteiten die het creatief denken stimuleren, eerder dan ons te richten op gespreksactiviteiten.

PROVE-activiteiten zijn ervaringsgericht. Door een rijk en divers aanbod kan de jongere verschillende nieuwe ervaringen opdoen. Binnen een veilige ruimte kan de jongere experimenteren met ‘nieuw gedrag’. bvb. een jongere die van nature volgzaam is kan binnen een veilige setting van een muziekatelier ervaren hoe het is om als dirigent de leiding te nemen. Op die manier wordt dit gedrag op een ervaringsgerichte manier in proces gebracht.

Goed sporen is scoren

tips voor het realiseren van deze component


  • kleinschaligheid: maak een kleine, vaste groep. Dit voelt veiliger voor jongeren om te kunnen deelnemen en ervaringen te delen.
  • structuur: creëer voorspelbaarheid door goede afspraken te maken, de tijd te bewaken en de ruimte te structureren. Verduidelijk voldoende de verwachtingen en de vrijheid die ze hebben in de voorgestelde activiteit.
  • haalbaarheid: stem het aanbod af op de noden en mogelijkheden van de jongeren, zodat het toegankelijk en uitnodigend is.

Jongeren zeggen

“Ik  kan  creatief  bezig  zijn  en  ik  denk  dat  het  ook  een  positieve  invloed heeft  op  de verwerking van de dingen waar dat je mee zit. Als we bijvoorbeeld in beeldend iets hebben gedaan dan heb ik echt een handen en zicht van hoe ik mij voel op dat moment en dat is soms makkelijker om dat op een creatieve manier uit te brengen dan in woorden.”


“Tijdens de ateliers kon ik mijzelf ja... Kon ik mijn gedachten zeggen op een andere manier en

orde en structuur geven aan mijn gedachtegang.”

Voorbeelden

Wandelen met de honden

We gaan samen wandelen, in een groep van 6 jongeren. De dag op voorhand wordt afgesproken wie zijn hond meebrengt. Is het een hond die goed met andere jongeren en andere honden om kan? Dan is die welkom! We starten met een kennismaking met de honden terwijl we een koffie/thee drinken, zodat iedereen op zijn gemak is en de honden kan leren kennen. Daarna gaan we samen op stap.

Er is veel interactie door de honden, ook voor jongeren die het anders niet zo evident vinden om sociaal contact aan te gaan met anderen. De honden zorgen voor een heel ontspannen en speelse sfeer.   Door te wandelen komen lichaam en geest in beweging waardoor je ook vanuit een ander perspectief naar je thema’s kan kijken.


Land-art opdracht in een park

5 jongeren doen elk een artistieke ingreep in de natuur, waarmee ze een persoonlijke intentie of een verlangen uitdrukken.

Deze land-art activiteit gaat door in kleine groep met maximaal 8 jongeren. De jongeren krijgen 20 minuten om de opdracht te vervolledigen binnen een afgebakende zone in het park. Vooraf worden de jongeren stapsgewijs voorbereid op deze opdracht a.d.h.v. enkele voorbeelden, een zintuiglijke waarnemingsoefening in de natuur en een kleine brainstorm per twee. 


Workshop rond lichaamstaal

Een groep jongeren krijgt in een workshop van 90 minuten inzicht in de verschillende lichaamshouding-types en probeert aan de hand van rollenspel uit wat elke houding oproept, wat de impact is op de communicatie met elkaar en welke gevoelens opspelen bij het zien of belichamen van een houding. De workshop resulteert in een kort toneel waarin een ontmoeting tussen 2 verschillende mensen wordt gespeeld.

In deze workshop kiezen we ervoor om de jongeren zélf te laten spelen. De eindopdracht is praktisch en creatief: ze maken een stukje drama. Om zich hierin veilig genoeg te voelen is de groepsgrootte maximaal 8 personen, en maken we vooraf afspraken: we doen elkaar niet pijn, we verlaten de ruimte niet zonder een begeleider aan te spreken, we mogen veel lachen maar niet uitlachen, wat in de groep wordt gedeeld, blijft in de groep.

REFLECTIEF

Een belangrijk gegeven bij het ontwikkelen van veerkracht is de keuzemogelijkheid om om te gaan met wat op je weg komt. Hoe meer mogelijkheden en inzichten iemand heeft, hoe meer oplossingen zich aandienen. Daarvoor is het nodig dat iemand zichzelf leert kennen, eigen gevoelens, noden en mogelijkheden verkent. De reflectieve component van PROVE zet in op ruimte waarin reflectie mogelijk wordt. Dit betekent zowel fysieke als mentale ruimte.


Fysieke ruimte om te kunnen reflecteren: een afgebakende ruimte geeft veiligheid om in een groep op zichzelf terug te vallen. De afbakening kan gevormd worden door muren, banken of stoelen, linten, doeken, of gewoon een kring die afgeschermd is van de rest van de wereld. Zorg ervoor dat je hierbij niet gestoord kunt worden door anderen.


Mentale ruimte om te kunnen reflecteren: hierbij verwijzen we naar tijd om stil te worden, een uitnodigende houding van de begeleider, afspraken rond respectvol naar elkaar luisteren.

Jongeren zeggen

“Het grote verschil voor mij was dat ik veel meer op mijn gemak werd gesteld en je je

niet voelt als ‘de nieuwe’.”


“Ik vond het leuk dat we in een serre zaten en naar buiten konden kijken. Dat vond ik rustgevend en het gaf ook meer vrijheid. Ik vind de omgeving ook leuk om dat het er rustig is.”


“via de ateliers heb ik mijn persoonlijkheid teruggevonden en mijn zelfbeeld is echt wel beter geworden.”


“Ik heb hier het gevoel gehad dat ik hier mijn emoties kan tonen. Ook al vind ik dat erg lastig.”


Goed sporen is scoren

tips voor het realiseren van deze component


  • creëer een sfeervolle plek, die zich onderscheidt van andere plaatsen.
  • zorg voor een ontspannen sfeer waarin respect en gelijkwaardigheid voorop staat.
  • laat vrijheid in wat iedereen wil delen. Maak het delen ook niet verplicht.

Voorbeelden

Natuurmandala maken

De jongeren kiezen enkele elementen die ze vinden in de natuur en die hen aanspreken (bvb. tak, steen, blaadje…). Vanuit deze eigen gekozen elementen maken ze samen een mandala (zonder te overleggen). 

Achteraf wordt gereflecteerd over de manier waarop de mandala tot stand kwam en welke plaats de eigen gekozen elementen gekregen hebben in het geheel. Er wordt een transfer gemaakt naar het groepsproces en de manier waarop de jongeren functioneren en plaats innemen in een groep.


Muziek beluisteren

iedereen (groep van 6) mag een nummer kiezen die hij wil laten horen aan de groep, dit kan een nummer zijn met een specifieke betekenis, herinnering, of gewoon een nummer dat je graag hoort. 

We maken het gezellig en elk om de beurt luisteren we, respectvol, naar elkaars nummer en leren elkaar zo beter kennen. Wil je er graag iets op voorhand over vertellen waarom je dit nummer hebt gekozen, of spreekt de muziek voor zich? Achteraf kan, maar moet niet, er over gesproken worden. Over wat gaat het nummer?  Herken je dit thema ook? Fijn dat iedereen zijn eigen stijl heeft!


Rollen verkennen in drama

In een (drama) improvisatie workshop verkennen 8 jongeren diverse rollen vanuit lichaamshoudingen, mimiek en verkleedattributen.

Na de opdracht stappen de jongeren uit hun rol, en delen ze in een cirkel verbaal of non-verbaal over wat ze ‘doen’ en wat ze ‘ervaren’. Ze geven (symbolisch) stem aan datgene wat bij hen leeft via een beeld, beweging, geluid, woord,…


ORIËNTEREND

Het aanbod aan activiteiten kan oriënterend werken als het vertrekt vanuit het verlangen van de jongere om iets te doen of iets te bereiken, hoe klein dat ook kan zijn. De begeleider spoort de motivatie van de jongere op, nodigt de jongere uit om te ontdekken, en stimuleert de wilskracht van de jongere vanuit een zacht dragende houding. Hierbij zetten we in op activiteiten die uitnodigen tot ontdekken, zoals. activiteiten die gericht zijn op creativiteit en activiteiten in de natuur.

De jongere wordt aangemoedigd om van verschillende creatieve werkvormen en uitdrukkingsvormen te proeven en hierbij te ervaren wat voor hem/haar werkt en/of helpend is. Door een rijk aanbod krijgt de jongere de kans om zijn eigen verlangen te (her)ontdekken. Dit kan helpend zijn in de zoektocht om je eigen leven authentiek en vanuit de eigen drijfveren vorm te geven.

Jongeren zeggen

“Ik heb veel nieuwe dingen gedaan die ik thuis nu kan verder zetten als hobby.”


“Ik moet echt iets gaan doen met mijn creatieve kant.”


“Ik heb veel gehad aan het muziekatelier, omdat ik een grote dip heb gehad om muziek te spelen voor een lange tijd. Maar nu heb ik het opnieuw geprobeerd en gezien hoe leuk het kan zijn.”


“Ik vind het heel fijn dat ik verschillende creatieve dingen heb geprobeerd. Dat ik ook heb kunnen ontdekken wat mij minder ligt. Wat mij bijblijft is dat ik het wel erg tof vond om mij te kunnen laten gaan bij het maken van dingen. Dat ik er ook wel rust in mijn hoofd heb door kunnen vinden. -”


“Ik heb het meeste gehad aan de crea-ateliers. Deze hebben me uit mijn comfortzones gehaald.”

Goed sporen is scoren

tips voor het realiseren van deze component


  • Procesgericht: in de activiteit is het eventuele product ondergeschikt aan het proces.

Het is niet nodig wanneer je creatief werkt om steeds naar een eindresultaat te gaan werken, zoals een optreden, een toonmoment. Het proces van het samen creëren staat voorop.


  • Flexibiliteit: programma ad hoc durven aanpassen aan de groepsdynamiek, interesses, mogelijkheden. 

Bv.een muziekatelier: je hebt je eigen voorbereiding, maar vraag eerst aan de jongeren waar hun interesses en goesting liggen. Wat willen ze zelf graag doen? Speelt al iemand een instrument, wil die graag iets tonen? Is er iemand die graag zingt?  Er komen vaak leuke voorstellen, durf hierop inspelen. Komen er geen ideeën? Dan heb je nog steeds je voorbereiding.


  • Voorzie meer materiaal dan strikt nodig: dit nodigt uit en zo kan je snel inspelen op ideeën van de jongere.

Bv. als je werkt met tekenen en/of schilderen, voorzie ook tijdschriften. Voor jongeren die onzeker zijn over hun eigen kunnen is het knippen uit tijdschriften een meer laagdrempelige insteek.


  • Heb oog voor de kleine dingen waar een jongere goed in is.

Voorbeelden

15 papiertjes

Elke jongere heeft 15 blanco papiertjes. Ze mogen de papiertjes vullen (per papiertje 1 antwoord/zin/woord) met antwoorden op de vragen: Wat kan ik goed? Wat doe ik graag? Wat vind ik leuk? Wat heeft de wereld nodig?

De volgeschreven papiertjes voor zich leggen. 1 papiertje omdraaien. De andere 14 zijn nog net iets belangrijker voor jou. Nog een papiertje omdraaien. Zo doorgaan tot er 5 overblijven.

Wat zegt dat over jou dat je momenteel belangrijk vindt in je leven, over waar jij nu wilt voor kiezen in je leven?


Muziek maken

Met 5 jongeren komen we samen in een ruimte waar muziekinstrumenten beschikbaar zijn. We verkennen deze muziekinstrumenten en kiezen instrumenten uit om samen ritmes te spelen en een improvisatie op te bouwen. Van daaruit willen we een muziekstuk maken.

In de ruimte zijn meer muziekinstrumenten aanwezig dan deelnemers. In de workshop werken we naar een eindresultaat toe, maar het niveau vinden we niet het belangrijkste. Het spelen en zoeken primeert. In de ruimte staan ook 10 jembés. Tijdens de workshop stelt een jongere de vraag of we niet iets kunnen doen met jembé (“Zo iets Afrikaans...”). We polsen bij de groep of het oké is als we dit doen, en iedereen gaat akkoord. Het initieel plan om met verschillende instrumenten te improviseren laten we los en we leren enkele Afrikaanse ritmes aan op djembé.


Jongleren met een circus act(iviteit)

7 jongeren onderzoeken met elkaar wat ze allemaal kunnen doen met zwevende doekjes, jongleren en muziek, en werken aan een artistieke creatie die ze tonen aan elkaar.

Bij het creëren van een artistieke circusact worden de jongeren aangemoedigd om van verschillende creatieve werkvormen (muziek, dans, drama) en uitdrukkingsvormen (muziek sferen en emoties) te proeven en hierbij te ervaren wat voor hen werkt en/of helpend is.

VERBINDEND

Bij PROVE gaan we ervan uit dat je verbonden voelen met anderen het meest centrale begrip is om veerkracht te versterken. Gezonde verbinding schept veiligheid en vertrouwen, valideert en motiveert. Verbinding haalt je uit de eenzaamheid en kan je richting geven.


Naar onze ervaring vindt de jongere doorgaans de aard van de activiteit ondergeschikt aan de verbinding met leeftijdsgenoten en begeleider. 

Wel is het helpend dat de aangeboden activiteit gericht is op het samen doormaken van een proces (een creatief proces, waarbij iets gemaakt wordt, of een fysiek proces, waarbij iets wordt bereikt). Een gezamenlijke ervaring geeft kansen tot verbinding. Plezier is hierbij een belangrijke component. Maar ook ruimte maken voor moeilijke processen en kwetsuren. Dit kan er namelijk voor zorgen dat jongeren zich ook op dat vlak verbonden voelen met anderen.(bv. een lastige staptocht, een emotioneel uitdagende activiteit, een ingewikkelde installatie maken). Ideaal kunnen beide samen voorkomen (bv. in een adventure activiteit, een escape room, …).


In de opbouw van de PROVE-activiteit maken we ruimte om stil te staan rond verbinding met zichzelf (cf. reflectief en oriënterend), met de ander en met de wereld. Deze staat niet los van elkaar en zijn een constante wisselwerking. Verbinding met jezelf ontstaat in verbinding met de ander en omgekeerd.

Jongeren zeggen

“Ik heb zoveel toffe verhalen gehoord van alle mensen die hier geweest zijn. En dat is zo tof om te horen van ja wat iedereen met zijn leven doet en zo. Het is zo tof want alles is nieuw, en dat geeft een nieuwe vibe aan uw leven.”


“Het is gewoon de max dat ik gewoon met mensen kan praten en ze gewoon naar mij luisteren. En dat ze niet direct met vooroordelen afkomen of direct zo hun eigen dwaze mening geven,... Gewoon mensen begrijpen mij hier gewoon echt goed voor mijn gevoel.”


“Ik heb er veel aan gehad om terug onder leeftijdsgenoten te zijn en ik heb geleerd om met meisjes te praten.”


“Je leert wat meer over jezelf door van anderen wat feedback te krijgen.”


“Het is zo fijn om te weten dat je niet alleen bent.”

Goed sporen is scoren

tips voor het realiseren van deze component


  • Wees als begeleider vooral nabij vanuit nieuwsgierigheid naar en openheid voor de jongere als individu.
  • voorzie bij aanvang tijd voor de jongeren om ‘aan te komen’. Ook op het einde en/of tussenin maak je even tijd om stil te staan bij zichzelf.

Voorbeelden

Relaxatie-avond vanuit zintuigelijke waarneming

8 jongeren voeren o.a. een opdracht uit waarbij een jongere met penselen en warm water op de handen of het gezicht van partner schildert. 

We kiezen ervoor om elke relaxatiesessie te starten met het samen drinken van een kopje soep in informele setting. Op die manier krijgt iedereen tijd om even te landen, wat verhalen te vertellen of gewoon wat te wennen aan de groep en de ruimte. Intussen kunnen we als begeleider wat informele vragen stellen waardoor de jongeren voelen dat we oprecht geïnteresseerd zijn in hen.


Muziekatelier

We vallen elk om beurt in op een instrument die we eens willen uitproberen. Hierdoor luisteren we naar de andere jongeren en zoeken er iets bij die erbij past. Spannend… wanneer iedereen samen komt, klinkt het als één geheel, iedereen voelt de vibe! Er is een duidelijke connectie en verbinding door in eenzelfde ritme eigen muziek te maken. Achteraf geven alle jongeren mee dat het fijn was om samen te spelen, in groep.

Muziek is per definitie verbindend. Om in groep samen te spelen zonder dat het chaotisch is, blijkt afstemming en samenwerking noodzakelijk.


Deelcirkel lastigheid

De jongeren en 2 begeleiders zitten in stilte in een cirkel. Wie wil kan iets delen over een lastig voorval. Tijdens de cirkel is er geen dialoog. De jongere wordt aanhoord in zijn/haar verhaal in de aanwezigheid van iedereen in de cirkel en wie wil kan het respect-handteken uitreiken naar de jongere die iets deelde na afloop van het delen. 

De jongere is vrij om al dan niet iets te delen. Ook is hij/zij vrij in de vorm om iets te delen. Kan in een uitgebreid verhaal zijn, kan met 1 woord zijn, kan met een tekening zijn, kan met de woorden ‘zonder woorden’ zijn, … . 

Jongeren geven aan dat de cirkel op deze manier erg verbindend werkt. Al wordt er niet ingegaan op de verhalen van anderen, je voelt je toch erg gehoord door de deelnemers van de cirkel, gewoon omdat ze aanwezig zijn, zonder oordelende of oplossende reactie.

EIGENAARSCHAP

Eigenaarschap draagt bij tot het gevoel van autonomie, een van de basisvoorwaarden van mentaal welzijn. Eigenaarschap in een PROVE-activiteit manifesteert zich op 2 niveaus:

  1. De jongere beslist zelf over de mate waarin die deelneemt aan de activiteit. M.a.w. deelname is geen verplichting, gewoon aanwezig zijn mag ook. Dit betekent echter niet dat de activiteit vrijblijvend is. Elke jongere die ‘eigenaarschap’ opneemt draagt ook verantwoordelijkheid over het eigen ontwikkelingsproces en het groepsproces. In die ruimte van verantwoordelijkheid wordt de jongere uitgenodigd om naar eigen capaciteit deel te nemen en eventuele drempels te overstijgen ten behoeve van het eigen groeiproces. Het is “ont-moeten” waardoor ontmoeten weer mogelijk wordt.
  2. De begeleider stelt de jongere in staat om zelf mee vorm te geven aan de activiteit. Vanuit gelijkwaardigheid en co-creatie krijgt de jongere de ruimte om suggesties te doen over het verloop van de activiteit, nieuwe ideeën toe te voegen, of te variëren op de bestaande opdrachten. Hoewel niet iedere jongere hieraan behoefte heeft en de ene activiteit zich hiertoe makkelijker leent dan de andere, biedt deze aanpak kansen voor de jongere om een eigen plek te durven innemen in het gebeuren en zo zichzelf te stimuleren tot meer betrokkenheid. Dit laatste legt dan weer de basis voor meer diepgang in zelfontdekking en -reflectie.

Jongeren zeggen

Alles mocht, maar niets moest. De mogelijkheid om te kiezen zorgde ervoor dat ik juist meer uit mijn schulp durfde te kruipen.”


“Door je te ont-doen van al je moeten, ont-moet je jezelf”


“Maar ook als ge zegt het gaat efkes niet of ik voel mij echt slecht laten ze u ook gewoon doen,

ze gaan u niet pushen om dingen te doen wat ik echt zalig vind. Maar langs de andere kant proberen ze ook wel iedereen wel even aan te moedigen of aan te sporen om wel dingen mee te doen. Want voor sommigen kan ik mij wel inbeelden dat die stap om iets te gaan doen moeilijker is maar dat dat eigenlijk wel in hun voordeel speelt dat ze effe iets anders kunnen doen dan in hun eigen hoofd te zitten.”


“Ik heb me heel veilig gevoeld, omdat ze me niet pushte. Enkel praten wanneer je het wou!”

Goed sporen is scoren

tips voor het realiseren van deze component


  • creëer bij de aanvang van de activiteit een uitnodigend klimaat, afgestemd op de beginsituatie van de jongere.
  • Wees als begeleider stimulerend maar niet dwingend.
  • Laat een ontsnappingsroute open: “als het niet lukt, kan je gerust stoppen”. Creëer daartoe een plekje waar de jongere zich veilig kan voelen (een zetel, een rustig plekje in de ruimte…)

Voorbeelden

GROK-spel rond emoties en behoeften

In groepjes van 5 krijgen de jongeren een pakketje van 5 kaarten met een emotie op en 5 kaarten met een behoefte of een nood op. Ze leggen samen de emotiekaarten bij een passende behoeftekaart en bespreken hoe ze tot deze keuze komen.

Het spel wordt georganiseerd in groepjes van 5 personen.

Op voorhand expliciteren we dat iedereen in het groepje de kans moet krijgen om deel te nemen aan het gesprek rond de kaartjes maar dat het niet erg is als je liever niets zegt. Gewoon luisteren of gewoon helpen puzzelen en niets zeggen kan ook. Voor wie het spel te onveilig voelt, is er de mogelijkheid om in de sofa te zitten en het groepswerk vanop een afstandje te observeren. We vragen wel om geen gsm te gebruiken intussen.


Bodypainting

6 jongeren verkennen en delen wensen en noden met elkaar en laten die door een iemand schilderen op hun lichaam.

Bodypainting is voor sommige jongeren een spannende activiteit, maar ze nodigt ook uit om te experimenteren. Zo kunnen jongeren die weinig affiniteit hebben met aanraken of beeldend werken ervoor opteren om enkel te kijken, te schilderen of te ontvangen. Er is ook nog een veilige optie om niet samen te werken maar enkel op het eigen lichaam of een portret te experimenteren.


Hout

We maken iets met hout. Je laat een aantal voorbeelden zien van wat jongeren kunnen maken in hout en laat dan de keuze aan hen om een project te kiezen.

Je bent nabij in het opweg zetten en concreet krijgen van het project dat zij voor ogen hebben. Je nodigt de jongeren uit om zelf een eigen project te kiezen, hoe groot of klein ze dit willen maken. Hout vraagt om dicht bij het voelen te blijven van het materiaal en van de effecten van je eigen handelingen op het materiaal. Het doet niet steeds zomaar wat jij wil.